Honingbijen zijn verzamelaars en halen ...... juist,.... geen honing!
Honing maken ze, en ze halen nectar. En van die nectar maken ze honing.
Door het toevoegen van lichaamseigenstoffen zoals enzymen, het aanwezig zijn van pollen(stuifmeel), de tijdsduur, of snelheid van het verzamelen ontstaat de honing die weer kleur, suikersamenstelling en smaak bepalen.
De kleur van honing verloopt in grote lijnen in het seizoen van bijna wit tot bijna zwart.
De eerste honing van de meest populaire dracht in Nederland is koolzaad. De wilg is nog iets vroeger maar honingt alleen in uitzonderlijke en gunstige weersomstandigheden.
De kleur van koolzaadhoning is bijna wit.
Een van de laatste drachten is vaak de heidehoning, en deze is donker van kleur.
De bijna zwarte honing komt van de zg Waldhoning, maar komt hier in Nederland niet voor wel in Duitsland populair.
Met het verloop van de kleur verloopt ook de smaak, die dan ook weer bepalend is voor de smaak van de te maken mede.
De smaak van koolzaad, daar moet je van houden, is voor beginners soms geliefd. En hoe verder je in het jaar komt hoe meer smaak, of scherpte er aan komt te zitten.
En ook hier heb je dan weer liefhebbers en die er niets van moeten hebben.
Dat ging dus over kleur en smaak, daar maak ik nog een overzichtje van tzt.
de volgende keer over suikersamenstellingen.